Praatje Hilversum, 22 september 2012

Het is alweer een hele tijd geleden dat ik voor HSG speelde (dat was van 1988 tot 2003) dus ik was aanvankelijk nogal verbaasd toen ik gevraagd werd om hier iets te komen zeggen. Maar ik voel me zeer vereerd natuurlijk. Mijn oude club is me blijkbaar nog niet vergeten.

© René Olthof

Maar in tweede instantie vond ik het vooral erg moedig van Herman, want het lijkt misschien heel onschuldig en interessant om iets te zeggen over 'Spelen voor HSG' (je kan wat leuke anekdotes vertellen en zo), maar als je hier even wat verder over doordenkt is het eigenlijk een heel controversieel en zelfs explosief onderwerp.

Want spelers van buiten de club aantrekken, binnen- en buitenlandse topspelers vragen om tegen betaling voor het eerste team te komen spelen, dat heeft in menige club al tot heftige discussies om niet te zeggen tot vreselijke ruzies, scheuringen en andere rampen geleid. "Willen we dit?" "Horen die lui er wel bij?" Enzovoort, enzovoort.

Het is een discussie die van alle tijden is, althans in ieder geval al zo lang wordt gevoerd als ik me met mijn 56 jaar kan herinneren. Maar ik weet van oudere collega's en uit nóg oudere tijdschriften dat het probleem veel ouder is dan ik.
En het verdwijnt nooit. Nog in het laatste nummer van Schaakmagazine las ik in een voorbeschouwing op het nieuwe KNSB-seizoen van Johan Hut (hier welbekend) dat het bij de ene club (Bunschoten-Spakenburg) prima gevonden werd dat er dankzij sponsoring spelers van buiten konden worden aangetrokken om de club op te stuwen in de vaart der volkeren, maar bij de andere (de Kennemer Combinatie) juist fier werd gesteld 'we blijven een amateurclub, geen sponsors'. En over de nieuwe aanwinst Robin van Kampen, sinds kort grootmeester, dat hij 'training gaat geven'. En ik citeer nog maar even verder (als Johan het goed vindt): 'Natuurlijk wordt er binnen de 4 verenigingen (waaruit de Kennemer Combinatie bestaat) verschillend gedacht over betaalde spelers'. Dat is nog heel neutraal. Maar dan komt het: 'Ze worden niet betaald voor hun competitiepotjes, alleen voor het geven van bijvoorbeeld trainingen en simultaans. Het zijn geen broodschakers die hier geld komen ophalen.' Aldus teamleider Marcel Canoy.
Ja, toch wel een beetje pijnlijk, hè. Denigrerender kun je eigenlijk bijna niet zijn. Competitiepotjes, broodschakers, geld ophalen.

Maar maakt u zich niet ongerust. Ik ben niet van plan om hier bommen te laten ontploffen, ik wou alleen even illustreren hoe heikel het onderwerp wel niet is, dat mij hier is toegespeeld. Had je dat eigenlijk wel in de gaten, Herman?

In het geval van HSG is het verhaal gelukkig toch wel heel anders. Hier is de periode van grootschalige sponsoring en van 'spelers van buiten' inmiddels net achter de rug. We kunnen er beschouwend op terugkijken en ik denk dat ik gerust kan zeggen dat het een mooie, bijzondere en zelfs unieke tijd is geweest. Het was een periode die ongeveer 30 jaar geduurd heeft en die ik dus voor de helft heb meegemaakt. Ik heb er heel wat over geschreven in mijn boek Zwart op Wit, verslag van een schakersleven, dat vorig jaar gepubliceerd is. Dat gaat dan vooral om mijn persoonlijke ervaringen bij HSG, compleet met partijen en analyses. Hier wou ik het wat algemener houden.

Want hoewel ik me nog goed kan herinneren dat het bij HSG ook niet allemaal zonder wrijving, problemen of kleerscheuren ging (dat kan ook niet, denk ik), is de integratie van sponsoring en een gewoon, gezond clubleven hier toch wel uitzonderlijk succesvol geweest. Ik denk dat daar twee redenen voor zijn en dit is in feite waar het ik het vanmiddag even over wilde hebben.

© René Olthof

Ten eerste was er de uitzonderlijk royale én stabiele sponsoring door Joop van Oosterom. Joop was zelf lange tijd een van de beste spelers van de club (en in het begin van zijn sponsoring speelde hij ook nog gewoon mee, zelfs nog aan het eerste bord). Een sponsor als hij (eigenlijk meer een mecenas) is gewoon uniek en vind je nooit meer.

Maar ten tweede - en naar mijn idee niet minder belangrijk - was er iemand die als een soort bindmiddel tussen de club, de sponsor en de spelers stond. Iemand die zowel midden in het clubleven stond als midden in de wereld van de binnen- en buitenlandse topspelers die met die sponsoring werden binnengehaald. Die iemand was natuurlijk … Jan Stomphorst.
Tijdens de hele periode van 15 jaar dat ik voor HSG heb gespeeld had ik altijd, wat er ook aan de hand was, of er nou een of ander conflict speelde of niets dan pais en vree heerste, het gevoel dat Jan zowel aan mijn kant stond (aan mijn kant als persoon en als individuele schaker) als aan de kant van het team als geheel (wat natuurlijk formeel ook zijn taak was als teamleider) alsook aan de kant van 'de club'. Hij probeerde zijn spelers duidelijk te maken wat er leefde binnen de club en wat wij als spelers konden doen om daar een positieve rol in te spelen. Én hij probeerde 'de club' begrip te laten opbrengen voor 'ons', de spelers (voor zover dat nodig was).
Niet minder verbazend en uniek dan de langdurige en stabiele sponsoring door Joop was dan ook het al even langdurige en stabiele teamleiderschap van Jan. Samen hebben zij deze periode tot een succes gemaakt.

Ik heb er van tevoren goed over nagedacht, maar als mij wordt gevraagd om iets te zeggen over 'Spelen voor HSG' dan draait dat voor mij uiteindelijk uit op het brengen van hulde in dit opzicht aan Joop van Oosterom én aan Jan Stomphorst, de twee mensen die m.i. deze heel bijzondere periode in de geschiedenis van HSG mogelijk hebben gemaakt.
Joop is hier niet, Jan wél en daarom Jan, wil ik hier eindigen met jou vanaf deze plaats nog eens uitdrukkelijk te complimenteren en hartelijk te bedanken voor die unieke bindende rol die je gedurende zoveel jaren met zoveel verve hebt vervuld. In mijn boek - waar ik zojuist al zo'n mooi verkooppraatje voor hield - heb ik een foto opgenomen van het hele team van HSG 1, zoals dat in 1998 in de play-offs van de KNSB-competitie speelde. Daarop sta jij exact in het midden. Dat is geen bobo-gedrag, dat is volkomen terecht. Jij was het middelpunt, ook al heb je zelf nooit een zet in het eerste gespeeld. Zonder Joop waren al die zetten van ons niet gedaan, maar zonder jou ook niet. Niet dat die zetten altijd even goed waren trouwens, maar dat is weer een ander verhaal.

Ik dank u zeer voor uw aandacht.

Zie ook: schaaksite.nl


Terug